U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stro"
Resultaten 61 - 80 van 142
- paosvuur: *Hej nog aolde maanden/Dan kunne wij het paosvuur braanden/Hej nog een bossien stro of riet/Aanders (Ruinerwold)
- pèerdekop: Een peerdekop op de parse drokt het stro plat (Broekhuizen)
- raozen: Het zaod is goed riepe en dreuge; het zaod raost in het stro (Hollandscheveld)
- rauw: Rowe mest, dat is mest mit stro of aander streisel (Kerkenveld)
- redde: Um huven te maken, moej van dat mooie redde stro hebben (Sleen)
- redde: Dat redde stro is mooi geschikt veur beddestro (Wapse)
- rieven: Je moet dat stro bij mekaor rieven (Balloo)
- rievenstro: Lös bij mekaar harkt stro was rievenstro. Het rievenstro wuurd bij mekaar bunden in rievenbonnegies (Padhuis)
- roeg: Roege mest dat is mest met veul stro (Ekehaar)
- rondbos: Nao het dörsen weur het stro weer opbunden en het körtstro muken ze in rondbossen (Borger)
- rook II: Rook is hier een gedreide zele van haverstro die um het lösse stro kwam, dat overbleef van het dör (Hijken)
- rusten: *Wel te rusten/Met de kop in het kussen/Bienen in het stro/ Wel te rusten tot mörgenvro (Sleen)
- rusten: Met de kop in het stro/Dan slap het poppie zo (Barger Compascuum)
- rusten: Met het gat in het stro/Dan bet oe ook gien vlo (Dwingelo)
- rusten: Mit het gat in het stro/Dat giet alle nachten zo (Hollandscheveld)
- scharm: In de winter kwam der een scharm van stro veur de bieste langs (Padhuis)
- schotbos: Een schotbos is van opgeriefd stro en een rondbos van ofval bij het dörschen (Sleen)
- schrobben II: Ik hebbe wat stro en holtkrullen ien het kiephokke edaone; de kiepen magt daor graag ien schrobben (Hoogeveen)
- schudder: Het stro lop over de schudder van het dörsmesien en het kaf vaalt dan umdeel (Eext)
- schudder: Vrogger stunden de vrouwlu veur de schudder te stro bienden (Ruinerwold)