U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stront"
Resultaten 61 - 67 van 67
- stronthaak: um dikke stront of mest van de wagen te haken (Ruinerwold)
- strontslee: Met de strontjutte de stront uut de strontslee jutten (Elim)
- strontton: Zij poept daor nog op een stront
- strowis: As een koe an de wiend was, kregen ze een oftreksel van prei of ook wel een strowisse mit stront er (Elim)
- verbeelding: Verbeelding as stront en gien hemd um de kont (Sleen)
- viesderd: Die viesderd zaat met de handen in de stront (Balloo)
- zand: ...stront in de ogen