U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tot"
Resultaten 61 - 80 van 296
- gaanzemarkt: As ij tot gaanzemark rouwvoor voren kunden, zaten ij der goed bij (Sleen)
- gaanzemarkt: Zaoterdags veur de gaanzenmarkt mus der veur twie dagen knollen plukt worden ...tot grote argernis v (Coevorden)
- gedachte: Ik bin tot aandere gedaachten ekomen (Diever)
- geeuwen: Hij geeuwde tot an de oren (Nieuw Amsterdam)
- gemaal I: Het gemaol pompt het waoter tot de sloot uut (Emmer Compascuum)
- genugen I: Tot zien genugen is alles opgelost, tot de leste cent toe (Erica)
- gerechtigheid: Tot zover gaait mien gerechtigheid (Eexterveen)
- gevolg: Het haar tot die gevolgen dat ik mij veul beter vuil (Norg)
- gilde: Hie is tooulaoten tot het gilde van de banketbakkers (Eext)
- glad: Dat is een gladde praoter, hij prat de vissen tot het waoter oet (Eexterveen)
- glippen: Het koppie glipte mij tot de handen oet, ...zo oet de handen (Hijken)
- goddern: Het goddert hum tot de hals oet
- gört I: Hij kent hum van haver tot gört
- grel: De beeiten moet eigelk neug sproeid worden, mor wij moet mor waachten tot 't aovend, het is op het o (Eext)
- grond: Hij is tot de grond toe verpest
- gruunboer: Wij kent hier wel een bouwboer in tegenstelling tot een gruunboer (Hollandscheveld)
- hakselkist: Het haksel kwam in de hakselkist, die was ien tot anderhalve meter lang en ong.
- hals: Hie zit er tot an de hals toe in
- hals: Ik zit er tot an de haals tou vol van
- ham II: As ze slim wilde ham hebt, dan hebt ze het helemaol dik under de peinze tot an de veurpoten toe (Hijken)