U zocht voorbeeldzinnen met daarin "touw"
Resultaten 61 - 80 van 115
- rol: Touw zit op een rolle (Zuidwolde)
- ruik: Een ruiker is een touw dat met de oetenden an een balk of een tak vastknupt is en dan gaon wai in de (Peize)
- schieteboge: Dan kuj daor een touw ummebienden en een schietebaoge spannen
- sik: Hij hef weer een sik an touw
- sjorren: Dat touw muj goed vaste sjorren (Broekhuizen)
- slaon: Bij gaoren is het tweern en bij touw: drèeien of slaogen (Anderen)
- slieren: Een einde touw was lös gaon en het slierde aachter de waogen an (Ekehaar)
- spannen: Wel wil even een touw spannen tussen die twee paolen? (Hooghalen)
- spannen: (...) Dan koj daor een touw umme bienden en een schietbaoge spannen (Hoogeveen)
- splits: Een vlechtverbinding in een touw is een splits (Zuidlaren)
- splitsverbinding: Wij moet nog een splitsverbinding in het touw maken (Schoonoord)
- splitten: Touw an mekaer splitten (Dwingelo)
- staak: Een staeke mit een touw der an
- staartenlèertien: An de starte van de koe zat een startelèertien, waoran het startetouw vaste zat. Dit touw was mit e (Hoogeveen)
- staartentouw: De staarteliende was van glad draod of touw (Dwingelo)
- streupen: Een lus weur wal ies in een touw leg; dat möch nich struppen (Barger Compascuum)
- strieken: IJ moet die knup er eerst oetdoen, anders wil dat touw niet strieken (Exlo)
- strop: Aj een struup in dat touw doet, kuj het zo weer löstrekken (Eext)
- tollenzweep: An het tollezweepie möt mooi fien touw (Havelte)
- tolter: Veur een tolter muj stark touw hebben (Ruinen)