U zocht voorbeeldzinnen met daarin "trekken"
Resultaten 61 - 80 van 146
- ofhemmeln: Ik zal het peerd ofhemmeln, nou e niet trekken wil (Drouwen)
- onwies: trekken (Oosterhesselen)
- oog: Ik huif veur gieneine de pette ien de ogen te trekken
- optrekken: Geneer ie oe niet um zo'n grote bek op te trekken? (Hoogeveen)
- overkoten: As jonge pèerde te zwaor moet trekken hebt ze gauw last van overkoten (Nieuw Dordrecht)
- peil: Die man, daor is gien peil op te trekken (Ruinen)
- pet I: Ik huuf veur je de pet niet in de ogen te trekken
- pieken: Hij mus er tegen pieken um die waegen uut de modder te trekken (Wapserveen)
- pink I: Pinkien trekken
- planeet I: Op de kermis een planeet trekken (Sleen)
- poot I: Daor kuj gien pote trekken
- pramesjouwer: Een pramesjouwer was um het schip te lössen, niet um de schepen te trekken (Zuidwolde)
- prikhaak: Een prikhaok um heui lös te trekken oet de bult (Dalen)
- rechtop: Rechtop trekken
- rief: De rief over de stoppels trekken (Eext)
- rik: Nei draod langs de rikken trekken (Hoogeveen)
- rugzèrig: Beeiten trekken is slim rugzerig waark (Eext)
- rukken: Hij wol de tak van de struuk trekken, mar rukte de hiele struuk oet de grond (Schoonebeek)
- rukken: Wij mussen der tegen rökken umme die bieten uut de grond te trekken (Hoogeveen)
- russelvlei: Russelvlei weur gebroekt op bloudvinnen en um splinters oet te trekken (Barger Compascuum)