U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vangen"
Resultaten 61 - 80 van 85
- staart: Aj die vogel vangen wilt, meuj hum zolt op de steert leggen (Barger Oosterveld)
- stiekel I: ...um stiekeldies en salamanders te vangen
- striekgeld: Hij komp allèn op de verkoping um striekgeld te vangen (Dalen)
- strop: Vroeger gungen ze met de struup hen snoeken vangen (Anderen)
- tikken: As men honk hef, mag men niet tikt of vangen worden (Buinen)
- toek I: Die reu zit maor achter de toeken te vangen (Fluitenberg)
- trekhengel: Een trekhengel wur gebroekt um snouk te vangen (Barger Compascuum)
- tukken: Hej al wat vangen? Nee, maor ik heb beet; der zit ene bij te tukken (Beilen)
- vang I: De kou is nog niet slachtriep, ik heb hom even in de vangen vuild (Roderwolde)
- vangen: Wij hebt gisteraovend nog een kalf achterneers vangen (Hooghalen)
- vanghaak: De vanghaoke um kiepen te vangen (Kerkenveld)
- vanghoek: In sommige stukken land hej een vanghoek om biest op te vangen (Zwinderen)
- vangnet: Knienen vangen met een vangnet (Oosterhesselen)
- vangnet: Een vangnet weur gebroekt deur vissers, mor weur ok gebroekt um kleine vogelties te vangen (Weerdinge)
- vilt II: Vrogger heulen wij de vilten oet de sloot um salamanders te vangen (Weerdinge)
- vlo: Alles is een handigheid en vlooien vangen een gauwigheid (Barger Oosterveld)
- vlo: Aj vlooien vangen wilt, moej het hemd over de kop trekken (Gasselte)
- vogel: Aj hum mar priest, kuj veugelties mit hum vangen
- voorn: Kerel, wat heb ik ain dikke joekel van ain voorn vangen! (Tweede Exloërmond)
- walm: Boven het glas van de pietereulielaamp hung een schel um de walm op te vangen (Beilen)