U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verkeerd"
Resultaten 61 - 77 van 77
- verkeerd: Der is gien huus met te holden, de kop steet hum glad verkeerd
- verkeerd: Hij was verkeerd in de oorlog
- verkeerd: Hij hef de haanden verkeerd staon
- verkeerd: Dat pèerd, daor zit een verkeerd haortien in
- verkeerd: Hij hef een verkeerd gebrek (Anloo)
- verkeerd: een verkeerd ongemak
- verkeerd: Hij was zo verkeerd, hij muuk hum overal veur oet (Sleen)
- verkeerd: Hij was heilemaol verkeerd
- verkeerd: Hij is de hele dag al krange en verkeerd
- verkeerd: Dat kereltien is barre neutelig; is zo verkeerd as het achterende van een varken (Uffelte)
- verkeerd: verkeerd as een varken (Havelte)
- verkeerd: As ze echt verkeerd wilt, kuj er toch niks an doen
- verstaand: e wal, dat e het verkeerd daon har
- verzeilen: Hij is in verkeerd gezelschap verzaaild raokt (Roderwolde)
- volmacht: Je moet hum gien volmacht geven, dan giet het verkeerd (Klazienaveen)
- vrumdheid: ...hebben al twee naachten in de vrömdheid verkeerd
- wetstien: As het mes deur verkeerd sliepen op de eg kommen is, meuj een wetstein gebruken om hom weer schaarp (Vries)