U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vis"
Resultaten 61 - 66 van 66
- vishaak: De vis dei e vung, har al een vishaakie in de bek van een eerdere keer (Barger Oosterveld)
- vleis: Ik bin een liefhebber van vis en vleis (Pesse)
- vogel: Met noordenwind vang ie vis noch vogel (Roderwolde)
- zooi: Ik heb een mooi zooigien vis evungen (Dwingelo)
- zowat: Ik har de vis zowat, en toen knapte het snoer (Erica)
- zwömmen: vis zichzölf vaste zwumt (Pesse)