U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zit"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 61 - 80 van 500
- armoede: Zij zit in armoude
- arrest: De dief zit in arrest (Exlo)
- ask: Hie zit in zak en as (Sleen)
- baander: Klein baanderie zit in de ziedmuur of op het aander èend van de schuurdeel en ok wel is op het èen (Anderen)
- baanderdeur: In de rechter baanderdeur zit een glassie (Westervelde)
- baanderslegel: De baanderslegel zit boven an de baander. Die mot het lèest dicht um ofbugen te veurkommen (Anderen)
- baantiesjager: Hie zit veul in het bestuur, het is zo'n baantiesjager (Sleen)
- baggeln I: Hie zit aal op de grond te baggeln
- bak I: Der zit gien törf meer in de bak (Barger Compascuum)
- balk: Hij zit boven in de balken
- balkenhaze: De balkenhaze zit boven op het huus (Klazienaveen)
- banne II: Het heui kort hard op, der zit mar een klein bannegien meer (De Wijk)
- baolie II: Zij hef het niet bried, heur kerel zit in de baolie (Noordscheschut)
- baordbrandertien: Hie zit altied an dat boordbrandertien te zoegen (Zwiggelte)
- baot: As de kosten hoger bint as de baoten, dan zit het verkeerd (Anderen)
- barst: Die boom is in die strenge winter kepot vroren, der zit een baarst in, door kuj zo'n haand in steken (Anderen)
- bas I: An dat biest zit beste bassen (Grolloo)
- beddeklied: Het beddeklied zit um de buur (Sleen)
- begonia: Der zit mooie knoppies in oze begonia (Beilen)
- beinzerig I: Een beinzerig mense is een, die altied achter oe an zit (Ruinen)