U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zolder"
Resultaten 61 - 80 van 89
- rommeln: Wij bint an het rommeln vandaag, wij wilt de zolder schoonmaken (Sleen)
- rookkast: De rookkaaste ston op zolder (Emmer Compascuum)
- ruggelings: Hie is ruggelings van de zolder vallen (Sleen)
- singenet: Ik heb nog twei singenetten op de zolder staon; die bint nog van oenze volk (Ruinerwold)
- smakken: Hij kwam van de zolder ofsmakken (Westerbork)
- spaarlamp: Een spaarlaampie an de zolder bleef de hiele nacht braanden (Zuidwolde)
- spinkop: Daor zit een spinnekeuper an de zolder (Geesbrug)
- spinne(n)scheersel: Mit de ragebol kuj mooi de spinnenscheersels van de zolder vegen (Barger Oosterveld)
- spreidsel: De dekkers gebruukten spreidsels en bij het inhaolen kwam der ok eerst een spreidsel over de zolder (Grolloo)
- stofrommel: Ie moet met de zolder an, al dat fiene stofrommel geurt er deur (Hijken)
- theekist: De dikke wollen dekens ligt op zolder in een theekist (Eext)
- til II: Dat wordt nog een heeile til um die kaast op zolder te kriegen (Eext)
- toetlamp: De olde tuutlaampe lag bij de rommel op de zolder (Pesse)
- torfkaoker: Een torfkaoker van de zolder naor de kamer; onderan zat een deurtie (Meppel)
- trippeln: De moezen trippelt over de zolder (Beilen)
- verhogen: Wai hebt de zolder een mooi stokkie verheugd (Diever)
- vleisgaffel: Wij hadden een lege zolder, wij waren gien vleisgaffel neudig (Kerkenveld)
- warvel I: Een leertie um staart en dan een touw eran. Die boven an de zolder vast met een warvel der tussen
- wiegewup: In het olde huus harre wij nog een wiegewuppe an de zolder zitten (Koekange)
- zolder: Een zolder is alles wat gien hilde of plafond is. Een hilde is een zolder boven de koenen op de lös (Sleen)