U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boek"
Resultaten 81 - 86 van 86
- wan: Knollen kuj in de boek niet holden; eet ie ook een pan vol, schiet ie een wan vol (Odoorn)
- wèerbrengen: Ik zin niet zo zeker of hie mij dat boek wal wèerbrengt (Sleen)
- weerdoen: Ie mut mij dat boek wel weerdoen (Kerkenveld)
- winderig: Ik bin zo wienderig, da'k de boek er dikke van hebbe (Smilde)
- zundags I: Een boek! Hij kan zölf niet zien of hij zien zundese of zien dagense schoenen an hef (Hoogeveen)
- zuuk: Hie hef dat boek zuuk maakt (Westerbork)