U zocht voorbeeldzinnen met daarin "brengen"
Resultaten 81 - 90 van 90
- veurwelken: ...en dan veurwelken tot an de kook brengen (Westdorp)
- voelhoren: De winkelier komp de vuulhorens uutstikken; hij hoopt nog hielwat an de man te brengen
- waterman: hen de waterman etc. brengen
- waterman: De katten hen grondjan brengen (Padhuis)
- weet: Dat za'k oe wel an de weet brengen
- weverij: De wever kreeg een eierpankoek bij het brengen van de weverij
- wied: Hij zal het nog wied brengen (Hoogeveen)
- zin: Die kerel, dat is een raor meubel, die is niet van zinnen of te brengen
- zoor: Zoor holt brengen of sjouwen
- zuuk: Want het onderknechien was te zuke en hij mus de koenen zöls hen 't laand brengen