U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dokter"
Resultaten 81 - 100 van 121
- recept: Ik heb een recept van de dokter (Grolloo)
- regelmaot: Mit de regelmaot van de klokke stiet hij bij de dokter op de stoepe (Dwingelo)
- ren I: De dokter hef knienen in de renne (Wapse)
- ringvuur: Mien breur hef wel ies ringvuur had. De dokter kun hum niet helpen. Hij hef er toen een oerkenblad o (Ruinerwold)
- roos II: Annegie hef roos op het veurheufd; de smeersels van dokter hölpt der niet veur (Eext)
- scheet: As hij een scheet dwars veur het gat zitten hef, is hij al bij de dokter (Klazienaveen)
- scholder: Hie is met de scholder hen de dokter west
- slot: Op slot mus hie met het water veur de dokter (Borger)
- spalken: Dokter wil zien beein spalken, hie is kepot (Eext)
- spul I: Hij het zwaor spul kregen van de dokter (Kloosterveen)
- staampel: Vrogger gung ie naor de dokter um zo'n koeze te laoten trekken en verdoven was er niet bij. Welnee: (Hollandscheveld)
- stoelgang: Hie hef last van zien stooulgang, hie is hen dokter west (Eext)
- stond I: Doou e dat draankie har van de dokter is zien hoousten van stond of an minder worden (Eext)
- tablet: Van dokter mot e om het uur een teblet opeten (Eext)
- teleurstellen: Ik moet je teleurstellen, zee de dokter, het is niet zo best (Zweelo)
- tiedlang: De dokter was der veur een tiedlang een paar keer west
- tilberie: De dokter kwam in zien tilberie anjaegen (Smilde)
- toe I: De dokter kwamp dalijk toe
- ummekwakkeln: Lu die an de kwakkel bint en der maor mit ummekwakkeln, kunt beter hen een goeie dokter gaon (Smilde)
- underzuken: De dokter hef hum underzöcht en goed belusterd (Borger)