U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gek"
Resultaten 81 - 100 van 188
- gek II: Dat kwam mij niet gek veur (Emmen)
- gek II: Hij is zo gek as een cent (Dwingelo)
- gek II: ...zo gek as een siepel (Hijken)
- gek II: Het is te gek um lös te lopen (Anderen)
- gek II: Jonge, wat was hij gek op dat wicht (Barger Compascuum)
- gek II: Spekpannekoeken daor ben ik gek op (Klazienaveen)
- gek II: Ik was haost zo gek op die kerel, ik wol hum wel wat op zien donder geven (Klazienaveen)
- gek II: Gek in de kop wezen (Dwingelo)
- gek II: Zo gek as een spinne (Ruinerwold)
- gek II: As de bolle gek wordt, maek dan mor daj vurtkoomt (Diever)
- gek II: De kaalver bint oet het laand oet, zie bint zuver gek (Eext)
- gek II: Ik woon hier ook nog niet zo gek lang (Buinen)
- gek II: Der stiet vandage ook gek veule wiend (Hoogeveen)
- gek II: *Aj gek wordt, komt het je in de kop an (Sleen)
- gek II: Gek is lastig (Hijken)
- gek II: Gek is niet arg, mor um je gek te holden
- gek II: Beter een keer dronken as gek (Norg)
- geld: Geld: elk is der gek op, mor der is gien hond die het vreten wil (Roderwolde)
- genog: Zie hebt hum de deur wezen, mor gek genog komp e der toch aal weer over de vloer (Eext)
- gewoon: Doe mar gewoon, dan doej al gek genog (Vledder)