U zocht voorbeeldzinnen met daarin "geweldig"
Resultaten 81 - 89 van 89
- wanwennig: Die is geweldig wanwennig
- wèrig: Het stro is geweldig wèrig
- zeldzaam: Hie kun dat geweldig, zeldzem (Sleen)
- zien I: Hij zag er geweldig tegen op (Klazienaveen)
- zitten: Hij zit geweldig op de centen (Padhuis)
- zölfbakken: Die zölfbakken stoet was geweldig lekker (Sleen)
- zolt I: Bonen in het zolt kunt nao een paar dagen geweldig inslinken (Havelte)
- zuver: Jonge is geweldig zuver
- zwieren: Det main kan geweldig zwieren op die zwierscheuvels (Broekhuizen)