U zocht voorbeeldzinnen met daarin "koop"
Resultaten 81 - 100 van 108
- snap I: Het is veur een hap en een snap te koop (Klazienaveen)
- snien: Aw het verschil gaot snieden, giet de koop deur (Zweelo)
- snipsnaoren: Der was niet veul deegs te koop, niks as wat snipsnaorderij (Oosterhesselen)
- spiekantig: Hai was een beetje spiekaantig, dat hom de koop nait lukt was (Zuidlaren)
- spul I: Het hiele spul kwam an de koop (Westerbork)
- spunder: Een uier is een gier en as het in de winkel te koop is, is het een speunder (Hollandscheveld)
- stieg: Veur een kwartien haj vrogger een stieg eier; nou koop ie der niks meer veur (Hoogeveen)
- stro: As wij een kalf of biggen te koop hadden, kwam der een bossien stro an het hekkie of an een boom (Weerdinge)
- strobaand: Een strobaand an de boom betiekende een toom keunen te koop (Dwingelo)
- strovlecht: Der kwam een strovlechte an de boom. Dan was der een nochtern bolle te koop (Pesse)
- strovlecht: De strovlechte kwaamp an de hekkepaol op de dam, as er een bolkalf te koop was (Wapserveen)
- stroziel: Een strozele um de boom, dan haj een nochter bolle te koop (Pesse)
- tipgeld: As ik wat veur oe te koop wete, zal ik het zeggen, mar ik verwachte dan wel wat tipgeld (Kerkenveld)
- tonentreder: Bij de koop hadde niet zien dat het pèerd een tonentreder was (Sleen)
- treffen: Hej mekaar troffen met de koop?
- trouwen: *Trouw je buurmans dochter en koop je buurmans koe
- tuutei: Hej nog tuuteier te koop?
- twiedekalfs: Wij hebt een tweidekalfs koe te koop (Ruinerwold)
- undermeer: Daor komp een winkel, waor ondermèer pannen en theegood te koop is (Wapse)
- vaststellen: Wij kunt wel vaste stellen dat de koop niet deurgiet (Kerkenveld)