U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kop"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 81 - 100 van 500
- domen: Het zweit doomde hum van de kop (Nieuw Schoonebeek)
- dommekracht: De kop van het gebiente was wat uut ezakt en mit de dommekracht kwaamp hij weer op zien olde plekke (Kerkenveld)
- donderjagen: Schei uut te donderjagen, maal mij neet langer an de kop (Ruinen)
- douzen: Het doust je deur de kop hen (Klazienaveen)
- dragen: Dat mèensch drag de kop aordig hoog
- drèeierig: Ik bin een beetie dreeierig in de kop
- driezel: Most oppassen, aans za'k die ain driezel veur dien kop geven (Valthermond)
- drift: Hij weur rood um de kop van drift (Anderen)
- droest III: Wat een droeste kop zit er op die boom (Sleen)
- droeve: Van iene, die er wat verwachtte en de kouse op de kop kreeg, wör wel ezegd: de droeven waren zoer (Wapserveen)
- drong: Hij hef de oren drong an de kop, die is zunig (Eext)
- drong: Die boom hef een dronge kop
- duf: Ik bin wat duf in de kop (Dwingelo)
- duken: IJ moet duken, aan stoot ij de kop
- dwarrel: Het gebeurt niet vaak dat een mensch twie dwarrels op de kop hef (Padhuis)
- èerlijk: Hie is rondum de kop èerlijk
- eulifant: een kop (Emmer Erfscheidenveen)
- eulifant: Die hef een vel veur de kop as een olifant veur de kneien (Erica)
- fats: Iene een fatse an de kop geven (Zuidwolde)
- feng: 'n Feng gezicht in de kop hebben