U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lachen"
Resultaten 81 - 83 van 83
- voelvaal: Een gniesderd is iene, die voelvaal stiet te lachen (Zuidwolde)
- wang: De traonen leupen mien mo over de wangen van het lachen (Beilen)
- zoerproem: Wij hebt hum van zien lèvensdagen nog niet zien lachen, die zoerproeme (Hoogeveen)