U zocht voorbeeldzinnen met daarin "leggen"
Resultaten 81 - 96 van 96
- versmarten: Fris vleis moej niet op mekaar leggen, dat versmart (Klazienaveen)
- veuriezer: Een veuriezer kuj niet um het aachterbien leggen (Dwingelo)
- vlei: Witte kristalsukker op het oog leggen tot de vlei van het oog ofgung
- vleis: doekien leggen
- vloeipapier: Aj mit inkt eschreven hadden, mus ie der vloeipepier op leggen (Dwingelo)
- voeligheid: Een oerkenbladtien op een zweertien leggen, dan trök de voeligheid er uut (Ruinerwold)
- voetlaoge: De voetlaoge van de zaodbult leggen (Sleen)
- vuur: Een het vuur an de hakken leggen
- wil: Hij probeert oe zien wille op te leggen (Noordscheschut)
- windkaant: IJ moet het stro bij het paosvuur an de windkaant leggen en daor ansteken (Sleen)
- zakdoek: Even een knuppe in de zakdoek leggen (Broekhuizen)
- zakdoek: Zakdoekien leggen is een old spellegien
- zichtlat I: Een zichtlatte bij het steinen leggen om het vlak te kriegen (Westervelde)
- zolt I: Ie keunt nich op alle slakken zolt leggen
- zun: Wij zult dat even in de zunne leggen
- zwöl: Hondsdraf leggen ze vaok op wonden en zwellen (Peize)