U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mak"
Resultaten 81 - 87 van 87
- umwenteling: Hoeveul umwentelings mak dat wiel per minuut? (Kerkenveld)
- vest: Hie is niet mak op het vessie
- zaag: Een zaege die kaarft, die mak een briede zaegesnee (Wapserveen)
- zakbaand: Dat is zo'n mak pèerd, die kuj an een zakbaand mennen (Zweelo)
- zeemleren: Met een zeemleren lap mak ze het glas in de
- zinnigen: Hij mak mooi liek wark, det zinnigt mij wel (Ruinerwold)
- zudde: Hij is zo mak as een zodde (Dalen)