U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meter"
Resultaten 81 - 86 van 86
- vlegelklop: De vlegelklop was ongeveer een halve meter (Zwinderen)
- vuren I: Vuren waren bulties törf die in de rondte opstapeld weurden mit een deursnee van ong. een meter van (Geesbrug)
- wel I: Wij mussen wal drie meter diep, veurdat wij de wel te pakken hadden (Sleen)
- wiek I: Um de tweihonderd meter haj een wieke, man dei bunt er noe haost nich meer (Barger Oosterveld)
- wiekebredte: De wieken lagen 160 meter van mekaar, met op de helft een sloot. Een helft van 80 meter was een halv (Kerkenveld)
- zegge I: De blauwe zegge wordt tot een halve meter heuge, de blaen gries tot blauwgruun (Smilde)