U zocht voorbeeldzinnen met daarin "moeten"
Resultaten 81 - 100 van 124
- opkrossen: Zie moeten vandage nog opkrossen (Klazienaveen)
- oprekken: Jopie is ondeugend, die moeten de oren is oprekt worden (Erica)
- opstallen: Het wordt te kold, wij moeten de koeien opstallen (Klazienaveen)
- overblieven: De kinder wonen zo wied van schoul of, ze moeten 's middags overblieven (Roderwolde)
- ploffiets: As ze zestien jaor binnen, moeten ze een ploffiets hebben (Roderwolde)
- raanseln II: Hie is misselijk van het eten; har e mor niet zo raanseln moeten (Sleen)
- rol: Vanmiddag moeten we met de rolle over de bagel (Emmer Erfscheidenveen)
- rooimesiene: Wij moeten de houken der oetkrabben veur het reumesien komp (Een)
- roon: Wij moeten die hege der uut rooien (Erica)
- schietgat: Wij moeten een schietgat zitten laoten um die bossen wat hoger op te gooien (Klazienaveen)
- schroot II: Der moeten neie schroten an het hek (Een)
- seibel: Wat een seibel, die haj nooit moeten kopen (Dwingelo)
- smeerlaoge: Je moeten die smeerlaoge der eerst ofhalen, dan kuj zand spitten (Klazienaveen)
- spul I: Wij gaot mörgen vort; de zundagse spullen moeten oet de kaast (Roden)
- steek: Houveul steken aj opzetten moeten, hangt of van de grootte van de trui (Norg)
- straol I: Der moeten naaie straolen in het raom (Roderwolde)
- strèeier: Je moeten de struier wat nauwer lopen laoten (Roden)
- strengbezenstruuk: Strengbezenstruken moeten esnuid worden (Wapse)
- suddern: Je moeten dat vlees een beetie zachies suddern laoten (Klazienaveen)
- sussen: Wij moeten preberen die ruzie te sussen (Klazienaveen)