U zocht voorbeeldzinnen met daarin "over"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 81 - 100 van 500
- biebelkundig: De biebelkundigen zult er wal weer aans over denken (Zwinderen)
- bijdrongen: Dat pèerd drongde aaid bij, ij kunden der haost niet met over de brugge kommen (Sleen)
- bijplank: Ie namen een bijplaanke mit een laank touw en daormit sleepten ie mit het pièerd over het laand um (Dwingelo)
- blaozerij: As hij 't over zien koene hef, is het ien en al blaozerij (Padhuis)
- bluien: As waoter bluit, dan lig er een gruine glaans over
- bobbeln: De waogen bobbelt over de vlinten (Roderwolde)
- boek I: Wij zult ies een boekien over hum lösdoen (Dwingelo)
- boermarke: De boermarke hef vanaovend vergaodering; der mot weer over het jachtveld beslist worden (Drouwen)
- boerweg: Wij gaot altied over de boerweg, dat is korter (Zuidwolde)
- bokspringen: haasien-over
- boom I: De boom wordt over het voor heui of zaod henlegd en vaastmaokt
- bosschup: Die kachel, die brengt de bosschup goed over
- bouweltoene: Bouwe(l)toenen wuurden hier gebroekt um over de kopgrup
- brink: Hie brengt mij over de brink
- brits: Hij hef een beste britse over de bek had (Sleen)
- broesen: Niet mèer inslaon, aans broest het er over (Sleen)
- brommer(d): Hij is met de brommer over de kop gaon (Klazienaveen)
- brugge: Der komp een neie brug over het Lonerdiep (Balloo)
- brugge: Hie komp over de brugge
- buldern: Hij bulderde der over