U zocht voorbeeldzinnen met daarin "overal"
Resultaten 81 - 100 van 188
- knapzak: Die aole knapzak koj ok overal tegen (Borger)
- knauweln: Die lig overal op te kauweln en te bieten (Geesbrug)
- knoffel: Die zit altied overal met de knoffels an (Hijken)
- köstern: Zij zaten daor achter de kachel wat te kostern, het leek wel, of zij overal een oplössing veur hadd
- kradde: Wat een kradde van 'n kereltien, die zit overal met het bekkien tuschen (Sleen)
- krassen: Kleine kiender mugt graeg overal op krassen (Wapse)
- kruier: Wat een kruier van een kèrel, hie hef overal de bek over lös (Oosterhesselen)
- kuierpad: Eerder haj overal van die kuierpadties achter de hoezen langs (Sleen)
- kwartieskèrel: Die kwartiesvinder bödt overal op (Anderen)
- lacherd: Het is zo'n lacherd, die lacht overal um (Sleen)
- laveren: Dende laveert overal tussendeur, die pak ie nooit (Sleen)
- ledder: Wen de ledder mar lang genog is, dan kanst overal bie kommen (Barger Compascuum)
- liepen: Je moet neit overal um liepen (Norg)
- melkschoet: Vrouwlu hadden mangs een melkschoet. Later hadden melkers een oold overal an (Padhuis)
- metgaon: Ie kunt overal wal in metgaon, mor het mot ies een keer oflopen wezen, aans nimt ze een loopien met (Hijken)
- mothaor: Mothaor is varkensgrös; hiel hard grös dat overal gruit, waor as gien gras much gruien. Het is hie (Zuidwolde)
- motsnei: Die motsnei jag overal deur (Hooghalen)
- naosjouwen: De honds sjouwt mie overal nao (Barger Oosterveld)
- nargens: Ik heb overal al zöcht naor mien pet, mar ik kan hum nargens vinden (Oosterhesselen)
- nebbe: Ie mut die nebbe van oe niet overal insteken (Geesbrug)