U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stok"
Resultaten 81 - 100 van 183
- ontginning: Aj een stok grond an het ontginnen bint en ie bint daor op an het wark, dan bi'j op de ontginning (Hollandscheveld)
- ooievaar: Ooievaar, lepelaar/Stok in de bek, oh, wat bint ze gek (Hollandscheveld)
- opbeuren: Die putdeksel kuj met een stok wel opbeuren (Eext)
- opkielen: Jong, jong, da's een zwaor stok, dat muw eerst wel opkielen
- oplegger: Oplegger mit een hiltie, een stok ongeveer 40 cm, het blad met veer van staal en een bekkie van staa (Geesbrug)
- opnippen: Bij het tiepeln moej de tiepel opnippen en dan met de stok wegslaon (Dalen)
- opstrek: Dat laand is iene opstrek, het is een opgaond stok (Wapserveen)
- opwachten: Toen hij in huus kwam, stun zien vrouw hum al met een stok op te wachten (Klazienaveen)
- paand: Een paand was het stok van het kip dat mit het uutjutten berekbaor was (Wapserveen)
- pietsen: Hij pietste mit zien stok een steentie van de weg (Hoogeveen)
- pietsen: Hie pietst met de stok veur de bol langs, mor raakt hum niet (Sleen)
- pisleer: De klop van de vlegel zit met een aolhoed an het houdtie en het houdtie zat met pisleer an de stok (Eexterveen)
- ploempen: Die kiender, die zit mit een stok in het water te plumpen (Hollandscheveld)
- plug: Haomer zit lös in 't stok, door moej even een pluggie bij indooun (Anderen)
- pongel: Een pongel kuj an een stok aover de nekke dragen (Hollandscheveld)
- prikstok: Een prikstok, dat was een stok met spiekers om de achtergebleven eerpels op te zuiken (Eexterveen)
- rad I: Hij kreeg een stok in het rad (Roderwolde)
- recht II: Die stok is sekuur recht (Westervelde)
- reukeln: Hij zit mit een stok in de iemenkorf te reukeln (Barger Compascuum)
- roe I: Een roe was een stok met kopern knoppies op 10 cm ofstand (Dalen)