U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tot"
Resultaten 81 - 100 van 296
- handpaol: Ik zee, dat hie gerust zitten blieven kun tot hen bij de handpaol
- haspeln: Hij haspelt wel zo lange, tot ie het veur mekaer krig (Diever)
- haver: Ik ken hum van haver tot gört (Zweelo)
- haver: Hij dee het van haver tot gört uut de doeken
- hemd: Hie zweeidde zo, dat hie was nat tot op het hemd (Eext)
- hemd: Ik had het tot op het hemd toe deur
- hemd: Zie hebt hum tot het hemd toe oettrökken
- hokkenstreek: Wai hebben 't laand plougd tot an de hokstreken tou (Roderwolde)
- hoktikkerie: De kinder leupen haard deur het hok en mussen dan tikt worden tot er gien ein meer over was (Norg)
- houw I: Bij houw op de ogen: Witte kristalsukker op het oog leggen, zolang tot het vlei van het oog ofgung (Eext)
- iem: De iem is blooumvaast in tegenstelling tot de hummel (Eext)
- iet: Van iet tot niet wil beter as aansum (Sleen)
- iet: As niet komp tot iets, kent iet zukzöf nich meer (Barger Oosterveld)
- inkeer: Zie bunt eindelijk tot inkeer kommen en hebt inzein, dat het zo nich wieder gaon kun (Barger Oosterveld)
- inzicht: Sund hie der met Gerrit Hult over proot hadde, was hie tot dat inzicht kommen
- janever: Berend was zo dronken, 't jenever luip hom tot de ogen oet (Eexterveen)
- kalf I: Dan kuj waachten tot as de kalver op het ies daanst
- kalfd: Een kalfde ko is drachtig in tegenstelling tot een guste (Diever)
- keer I: Tot neie keer
- keien: Der wur een stien legd op een plek en dan mus je op een afstand van 8 tot 10 meter met een kleinere (Klazienaveen)