U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zwart"
Resultaten 81 - 84 van 84
- zwart: *Der is gien hond zo zwart, of der zit wal een vlekkie an (Hijken)
- zwartköl: Een zwartköl is een zwart peerd met een witte köl (Zweelo)
- zwartmaken: Het bunt van dei kletsers en ze keunt het nich laoten ander lu zwart te maken (Barger Oosterveld)
- zwartmaken: Ik heb het stöppellaand wjèer zwart emeuken (Diever)