U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boven"
Resultaten 101 - 120 van 317
- heuizolder: De heuzolder zat aachter in de boerderij, boven de peerdestal (Emmer Compascuum)
- heuizolder: boven de koestal (Wapse)
- heusemmer: De putheuzer gebroekte zien eigen emmer veur het hen boven halen van het welzaand, dat was de heusem (Weerdinge)
- hilde I: De hilde was de zolder boven de kounen (Barger Oosterveld)
- hilde I: boven de ko-stal of peerdestal (Rolde)
- hinkelepink: Hinkeldepink daor kom ik an; pak is boven mien hand an
- hoed I: Hie stiet mij boven op de hoed
- hoekwitter: Ik kan niet boven die kast kommen met die grote kwast, ik moe dat hoekwittertien hebben (Sleen)
- hoenderloek: Het hoenderloekien zat in de baander of boven naost de baander in de underschoer (Sleen)
- hoep I: Aj boven de vieftig komt, kriej almaol een hoepien over de klomp
- hoprang: De hoprangen gruit boven de vleerbossen oet (Padhuis)
- hukkeln: Aj griep hebt, kuj der aordig tegen hukkeln om der wèer boven op te kommen (Hijken)
- instopper: De instopper zit boven op de dörskaaste (Dwingelo)
- jaortal: Het joortal stait boven de baander (Barger Oosterveld)
- jongesgenaode: Die boven lag, luit niet eerder los of de onderste mus zeggen van 'jongesgenaode' of 'wichtergenaode (Norg)
- kakmadam: van boven bont en van ondern stront (Drouwen)
- kalf I: Een tussendrumpel boven ien een kezien is een kalf (Wapserveen)
- kap: De kap zit bij een zaodbult boven de waterlaog (Drouwen)
- kaplaoge: De koplaogen bunt alle laogen boven de waterlaoge en de gorms ligt ok precies andersumme as dei van (Barger Oosterveld)
- keerzenkroen: Wij hebt een keerzenkroon boven de taofel hangen (Balloo)