U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dag"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 101 - 120 van 500
- deurgrommeln: Het hef de hiele dag deurgrommeld (Klazienaveen)
- deurhen: Wie hebben hail wat aanloop zo deur de dag hen (Valthermond)
- deurhen: Zo deur de dag hen...
- deurpeutern: Het is al een aolde man, mar hie peutert de hiele dag deur (Oosterhesselen)
- deurstraoling: Ze het de heile dag nog gien deurstraoling had (Roderwolde)
- diezig: Het was de heile dag zo diezig, het het nooit goud licht west (Roderwolde)
- doen II: Ik geef die dat te doun, in ein dag dat stuk eerappels krabben (Barger Compascuum)
- doen II: Het hef de hiele dag erègend en het döt nog (Hoogeveen)
- doestern: Ze harren 's nachts ewaakt en daor zaten ze de aandere dag bij de hèerd te doestern (Ruinerwold)
- doodmu: Hij was doodmui van dat heile dag warken in het veen (Barger Compascuum)
- draf: Dat meinse löp de hele dag op een draffie (Beilen)
- drèeiörgel: Dat jong hef de hele dag bij het dreeiorgel estaone (Nijeveen)
- dreuge II: Oeze hoender bint al een dag of tien dreuge (Padhuis)
- dribbeln: Die lop de hiele dag an te dribbeln (Oosterhesselen)
- drieterig: Nee, ikke geen eten, ik bin de hiele dag zo drieterig (Noordscheschut)
- dringen: Die koe stiet daor de hiele dag te dringen, die moet daor weg (Klazienaveen)
- eerde: Vrogger gungen ze wel een dag hen eerde schuten: mit het bokkie rood zaand halen um 's winters deur (Hollandscheveld)
- eiber: Verleden veurjaor hebben er twei aibers hail dag bai ous op 't gruinlaand zeten (Peize)
- eigenst: Het kwam op de aigenste dag nog veur mekaor (Eexterveen)
- elk: Die jongen kunt elk uur van de dag wal eten (Hijken)