U zocht voorbeeldzinnen met daarin "grond"
Resultaten 101 - 120 van 457
- grond: Dat is niet zo arg, het wark zit toch an de grond (Sleen)
- grond: ...want het waark is an de grond, en zolderwassen moej toch 'n trap bij hebben
- grond: Het meeste wark muj bij de grond zuken (Hollandscheveld)
- grond: Dat wark komp niet van de grond (Nieuw Dordrecht)
- grond: Hij zee dat oet de grond van zien hart
- grond: In de grond van zien harte is hij het er mit iens
- grond: Ze kunt je lelijk de grond indrukken
- grond: Hij mus van de grond af begunnen
- grond: Hie hef het zaakien de grond inboord (Oosterhesselen)
- grond: Hij kreeg gien bein an de grond
- grond: Hij hef gien grond um op te staon (Padhuis)
- grond: Die löp mit eigen grond veur de knienen
- grond: Deur de grond zinken
- grond: Hij had wal deur de grond willen zakken (Borger)
- grond: Hie wröt as een molle in de grond (Hijken)
- grond: De grond wordt hum aordig hiet under de voeten (Mantinge)
- grond: Ze hebt door een nei zeikenhoes oet de grond stampt (Barger Compascuum)
- grond: Daor was alle grond veur (Roswinkel)
- grond: Doe hest heilemaol gien grond um heur daor op an te kieken (Barger Compascuum)
- grondbelasting: Der mut nog grondbelasting betaold worden veur dat stuk grond (Schoonoord)