U zocht voorbeeldzinnen met daarin "koren"
Resultaten 101 - 120 van 137
- sprikkel: Aj koren meien mussen, dan was het makkelijk aj der èven zo'n sprikkel andeden (Hollandscheveld)
- sproeteln: Dat koren begunt al mooi uut te sproeteln (Klazienaveen)
- stikstofpuut: Mien pap meug geern mit de stikstofpuut zwèeien. Het gevolg: liggerig koren (Westdorp)
- stoppelklaver: Stoppelklaver wuur tuschen het koren zèeid; het is rooie klaver (Sleen)
- tarwe: As de tarwe riep is, is het meeiste koren van het laand of (Eext)
- toezelkont: Wij hebt van het jaor verrekt slecht koren; het zint almaol toezelkonten (Sleen)
- torpedo: De torpedo scheidde het koren (Westervelde)
- trekken: De vogels trekt op het koren (Nijeveen)
- trom: Op de trom zaten iezern ribben um het zaod van het koren te slaon (Sleen)
- vaarboom: As wij een voer koren opheulden, dan haren wij daor een vaarboom, ...wezeboom overhen liggen (Klazienaveen)
- vaten: Heui vaten en koren vaten kan gieneine beter as hij (Nieuw Schoonebeek)
- vermalen: Wij laot hielwat koren vermalen (Emmen)
- vertrappen: Deink er umme, an de kaante blieven en gien koren vertrappen (Meppel)
- veurbred: Het veurbröd en het raam kwamen op de wupkarre umme het koren van het laand te halen (Elim)
- volgruid: Het is niet best met het koren, het is lange niet volgruid
- voljagen: Wie hebben een golf voljacht mit koren (Emmer Compascuum)
- vollaan: Aj een vraacht heui of koren vollaon hebt, moej het nog anbinden (Anderen)
- voorvlijen: Wie mouten het koren van het laand haolen en mien vrouw mout vouervlijen (Emmer Compascuum)
- vritvliege: Dei vritvliege mot nogal is veurkommen in het koren en dan veural in de haver. Woor hij inzit, geeft (Barger Compascuum)
- vrouwenkoren: Vrouwenkoren, goed koren