U zocht voorbeeldzinnen met daarin "land"
Resultaten 101 - 120 van 188
- opjagen: Zie hebt hum dat land opjacht
- oplichten I: Dat land was zo roeg, ik mös de ege eingaol oplichten (Barger Oosterveld)
- pachten: Mien va har dat land van hum pacht (Barger Oosterveld)
- pauze: Bij het teniel zeden ze: het is pauze, op het land: het is schoft, en op schoel: het is speulkwartee (Sleen)
- peerderief: Met een pèerderief weur het land schoon riefd en dan weur daor schot van bunden (Oosterhesselen)
- polt: Dei hef door een beste polte land, mar hij haalt der nich veule of (Barger Compascuum)
- polterig: Roeg en kwekerig land, dat nuim wie polterig land (Barger Compascuum)
- profeet: *Profeten wordt in eigen land nich eerd (Barger Oosterveld)
- revier: Revieren hej in het midden van het het land, hier hew diepies en stroompies (Sleen)
- ridderzuring: As ie ridderzuring of wilde rebarber is het land hebt, bun ie ze zo niet kwiet. As ie kopzeer hadden (Barger Compascuum)
- riet: Een riet is een lege plek in het land, waor het waoter in staon blif (Schoonebeek)
- riet: In het land zit daor een paar rieten. Het is lege darggrond. As het nat is, zakt de koene der in weg (Padhuis)
- rievenbond: Nao het ofrieven van het land kreej rievenbonnegies (Padhuis)
- roegte: Wij hebt aordig roegte in het land
- roeteeg: Ze mussen nog even met de roetegge deur het land (Erica)
- rugge I: Die hoge rug in het land kwam bij het aneerden (Padhuis)
- ruilverkaveling: Bij de ruilverkaveling hew het land an mekaar kregen (Sleen)
- schaans: Wie hadden eerder land op de Schanse (Barger Oosterveld)
- schat II: nog drei schat land liggen (Vries)
- scheren II: Wat scheert die harfstdraoden weer over het land (Sleen)