U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mus"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 101 - 120 van 500
- brandemmer: Iedere boer mus vrogger een brandemmer hebben (Sleen)
- brandholt: Veur de winter mus ie de braand in huus hebben. Dat was braandholt en törf (Wapserveen)
- brandkastengeld: Het brandkastengeld mus ok nog betaald worden (Oosterhesselen)
- breken: Veur roggebrood bakken mus de mulder het koren breken (Barger Oosterveld)
- breukmeester: Vrouger was er in het naoberschup ein breukmeester. Die zien naoberplichten niet dee, mus
- brik II: Dat aol brik van een auto mus van de weg (Drouwen)
- bubs: De hiele bubs mus er oet (Westerbork)
- bulen: De mulder mus een pong meel bulen (Nieuw Dordrecht)
- ceel: Darum mus meester B. een hiele ceel van vraogen invullen
- cito: Hie mus cito hen het ziekenhoes (Oosterhesselen)
- dak: As de dekker kwam, dan mus ie dak schudden, want het stro kun er zo niet op, al het korte spul mus e (Hollandscheveld)
- deurlèren: Hie har wal gèern deurlèren wilt, mor hie mus direct an het wark (Westerbork)
- deurtunen: Zij mus de hozen nog deurtunen (Sleen)
- dienen I: Hij mus veur zien nummer as soldaot zes maond dienen (Borger)
- dienen I: Hij mus um zeuven uur dienen (Klazienaveen)
- dienst: Het wicht mus vro op de dienst
- dik II: Ik mus nog dik honderd gulden van hum hebben (Eext)
- diknak: As de bere sneden mus worden, haalden ze altied een diknekke jenever (Hoogeveen)
- diksel: As de tweeide waogen an de eerste mus en beide waogens hadden een lang diksel, dan kwam de lang diks (Eext)
- doeve: As iene kwam te overlieden, mus de doeve de kamer oet (Sleen)