U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nat"
Resultaten 101 - 120 van 174
- oeverland: Heui van de oeverlaanden was best heui, mar mit een nat zomer een toere um het binnen te kriegen (Havelte)
- ofhang: Under de ofhang van de schuur kuj mooi schoelen aj een meid bij je hadden; ij wurden dan niet nat (Eext)
- ofjagen: Dat peerd niet zo ofjagen, hie is nat van zwiet (Weerdinge)
- ontierig: De bieten stunden er ontierig bij. Het was veul te nat (Vledder)
- ontkommen: Het is mij wat ontkommen, ik heb de boks nat (Eext)
- opheuien: As het heui nat is, wordt het in kleine giegies opheuid (Padhuis)
- opheuien: As het heui op het laand te nat eworden is en weer vanneis te dreugen elegd wordt, is dat opheuien (Hoogeveen)
- opkrullen: Hij hef de broekspiepen opkruld, anders kreeg e de broek nat (Barger Oosterveld)
- opstalen: De konten van de rogge bint altied nat, want de grond straolt altied wat op (Elim)
- palschern: Doe mos niet zo palschern, doe maakst de heile vloer nat (Barger Compascuum)
- palstern: Palster toch niet zo deur dat water, je worden hielmaol nat (Klazienaveen)
- pas IV: Hej de bienen al weer nat? Det is ja alle dagen pas (Ruinerwold)
- pielevelds: Een pieleveldse broek was een soort manchester, waor gien strepe in zat. As het nat was, dan klunken (Zuidwolde)
- pissen: *Aj tegen de wiend in pist, kriej de brook nat
- plaschern: Iene nat plassen dèur in een plasse waeter te staampen (Wapserveen)
- plensbui: Wij kregen underweg een plensbui, wij waren an het vel toe nat (Borger)
- ploetern: Biest ploetert deur het water, zo nat is het er (Sleen)
- polder: Het is zo nat achter het hoes, het is net een polder (Sleen)
- pols I: Maakt de polsen maor nat, ie mut anpakken (Zuidwolde)
- pot: Het is ien pot nat, ...pot vreten (Dwingelo)