U zocht voorbeeldzinnen met daarin "net"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 101 - 120 van 500
- deegs II: Dat hoes van Albert is deegs zo gooud as dat van Rieks, d.w.z Albert zien hoes is net even beter (Gasselte)
- delig I: Die man was mij net delig genog! (Dwingelo)
- deur II: Dat kan der mor net met deur (Valthe)
- deurlopen I: Hij is een beetien aordig, net of het hum bij toeren een beetien deurlöp (Smilde)
- deurpeutern: Kom jongs, een beetie deurpeutern, dan komp wij net klaor (Nieuw Amsterdam)
- dielen: Hij deilt net zo lange dat hij niks meer hef (Barger Compascuum)
- dil: De schup brek mij net bij de dil of (Sleen)
- dodderig: Net of ze zo uut bedde kwaamp, zo dodderig keek ze toe (Hoogeveen)
- doek: Ik heb het kind net een schone douk veurdaon
- doevenei: Die hoender legt zukke klein eier, het zint net doeveneier (Sleen)
- doezel: Ik was net in doezel, toen de bel gung (Norg)
- dompig: Het was er zo dompig in hoes, net of er nooit een deur löskomp (Borger)
- doolhof: Het is in dat darp net een doolhof, ik kan der gien weg vinden (Stieltjeskanaal)
- dòp I: Dei kwaojong is nog maor net oet de dop (Eelde)
- dover: Een dover is een törf, waor zaand in zit, die was net te diepe graven (Zuidwolde)
- dozig: Het is zo'n dozig ding, het is net een ziek hennegien (Sleen)
- drauwelkont: O, o, wat bi'j toch een drouwerd. Ie könt nou mit het waark net niks opscheten (Ruinen)
- drèeitol: Een dreitolle is iene, die vandage zo praot en morgen net aansum (Coevorden)
- Drenthe: Ik woon nog net in Drèent (Eexterveen)
- dreuglien: De dreuglien was net in het midden knapt (Emmen)