U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rogge"
Resultaten 101 - 120 van 299
- inzèeien: Een mudde laand is zo groot, daj een mudde rogge neudig bint um in te zeien (Broekhuizen)
- jok: Ik heb jok op de rogge (Dwingelo)
- kamp I: Hie hef daor een mooi kamp rogge (Sleen)
- karf: Wij hebt een karf deur de rogge meid; zover mot het er eerst of (Hijken)
- kartoffel: Ik hebbe het in de rogge van het kertoffels poten (Meppel)
- kassenak: Hij gooit zo een mud rogge op de kassenak (Padhuis)
- kast: op de rogge
- kestanje: veur aj het in de rogge hebt (Hollandscheveld)
- keurntie: Rogge mit kleine keurnties (Padhuis)
- kiemen I: Aj de rogge zaaid hebt, begunt het zu'n veertien daog naotied te kiemen (Peize)
- klam: De rogge is klam, wi'j niet nog even wachten met meien (Padhuis)
- klapen: Veur dakstro of beddestro gungen ze de rogge klaepen (Wapserveen)
- klauw I: Bij rogge intrekken haren ze vrogger een klauwe, waor de repe deur etrökken worde (Diever)
- kleefkruud: Kleefkruud is min spul, aj het in de rogge hebt (Ruinerwold)
- knol: Aj eerder knollen zaaien wolden, muzzen ie eerst de rogge ofhokken (Eexterveen)
- koppel: Het zeel dat de boer kruuslings over de rogge had, neumden ze ook een köppel (Hoogeveen)
- kört II: De rogge is van 't jaor kort (Barger Compascuum)
- kraanzeln: De boer stund ien de banderhoek de rogge te kraanzeln (Ruinerwold)
- krauweln: Het krauwelt mij op de rogge van het heuizaod (Ruinerwold)
- krèeikörrel: Krèeikörrels bint zwaarte körrels op de rogge (Eext)