U zocht voorbeeldzinnen met daarin "spek"
Resultaten 101 - 120 van 147
- snittern: Het spek snittert in de pan (Roderwolde)
- spek: Dat stuk spek is aordig galsterig (Anderen)
- spek: Der zit een estertien spek op dat zwien (Stieltjeskanaal)
- spek: Het is zo glad as spek
- spek: De Groninger boeren eten zuch ziek in spek en weer gezond in soepenbrij (Erica)
- spek: Een plakkie spek as een katteoor
- spek: Je meut de katte nich op het spek binden (Barger Compascuum)
- spek: kooplu gaot met het spek hen bedde, ...under het bedde gaan
- spek: Het braandt as spek (Sleen)
- spek: Hie zit er veur spek en bonen bij
- spek: Wi'j wat op de ribben hebben? Dan muj spek èten
- spek: Hij gooit met een worst naor een zie spek (Eext)
- spek: Deilen as haidens het spek
- spek: De biebel in huus brengt spek in de wiemel
- spek: Ik heb voeten as spek
- spek: Hier, ie magt gien spek stèlen. Dat geldt neet
- spekhaak: Ik zeuik een spekhaok veur het spek (Eext)
- speklappien: Speklappies is deurwazzen spek (Roderwolde)
- spiering: spek
- sputtern: Doe maor even een deksel op de panne, want dat spek sputtert (Coevorden)