U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stuk"
Resultaten 101 - 120 van 352
- inscharen: In det stuk laand is jongvee ien eschaard van wel tien boeren (Ruinerwold)
- jakonie: De djakenije wil een stuk laand verkopen (Ruinerwold)
- jongbiest: Hij lat de jongbeisten mor lopen te hongern in dat stuk laand (Roderwolde)
- kaalkont: Der lopt een stuk of wat kaalkonten tuschen, doe ze mor in de pot (Sleen)
- kabaal: Kist hom aaltied wel heuren, hij het een geweldig stuk kabaol over zuk (Emmer Erfscheidenveen)
- kabel: Het stuk iezer was te zwoor, de kabel is heur knapt (Barger Compascuum)
- kant II: Daor hest een kaant stuk wark van maakt, dat mot ik zeggen (Barger Compascuum)
- kaordklobbe: De kaordklobbe is miestal een underste stuk van een boomstam (Oosterhesselen)
- Karst II: ...En Kas is een kerel as een stuk stront (Roderwolde)
- kegelclub: Hier bint wel een stuk of vere kegelclubs (Havelte)
- kerton: Hie har het opschreven op een stuk kerton, dat e in de schuur vunden har (Sleen)
- kesjèensie: Dat stuk grond, daor zit een slechte kesjensie in
- kieft: De kiewiet is een ranger, die langs een stuk gaos makkelk umhoog geeit (Eext)
- kiels: Dat stuk holt dat moej even kiels anzagen (Klazienaveen)
- klein I: Hij is klaain van stuk (Emmer Erfscheidenveen)
- klein I: Hij is klein van stuk (Meppel)
- klibbe I: een stuk klibbe an (Ruinerwold)
- kloot: Hie hef een dik stuk in de kloten
- knap I: Een stuk gaoren is tien twiesten en een twiest is twee knap, maor een stukkien is vief knap
- knap II: Een knap stuk waark (Roderwolde)