U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tegenwoordig"
Resultaten 101 - 120 van 153
- salomonszegel: De salomonszegel komt tegenwoordig niet veul meer veur. Toch zit ze nog wel bij oes (Anderen)
- sapsiepholt: Gelokkig ziej tegenwoordig veule meer sapsiepholt as een jaor of wat elene (Ruinerwold)
- schaamte: Ik leuf dat er tegenwoordig nait veul schaomte meer is
- schaamte: Ze hebt tegenwoordig zukke körte rokkies an, dat ze heur schaamte haost niet bedekken kunt (Borger)
- schaopengaos: Harmonicagaos is veul starker as dat schaopegaos, wat ze tegenwoordig gebruukt (Odoorn)
- scharrel I: Det jonge spul is tegenwoordig al vrug an de scharrel
- schering I: Inbreken is tegenwoordig schering en inslag
- scheurwortel: Scheurwortels zit er tegenwoordig weer genog in het laand (Ekehaar)
- schinnegien: Tegenwoordig is het kwitantie, maar vrogger worde schinnegien gebruukt (Stuifzand)
- schroot II: Het is tegenwoordig weer modern um schroten an de kaante te hebben (Broekhuizen)
- sierveurwarp: Tegenwoordig wordt er wel hiel veule leer verwarkt in kleding of sierveurwarpen (Broekhuizen)
- sint-pieterbalslaon: Sint-Pieter balslaon deden wij as kinder niet, tegenwoordig begunt ze der met
- slachterij: Slachterij is duur tegenwoordig (Borger)
- sluten: Ie moet tegenwoordig de deure goed sluten, aj vurtgaot (Vledder)
- snel II: Het mot tegenwoordig allemaol snel gaon (Hijken)
- sprokkeln: Tegenwoordig kunj bij Staatsbosbeheer een vergunning kriegen um holt te sprokkeln (Broekhuizen)
- spuit: Ze gaot tegenwoordig overal met de spuit bijlanges om de bool dood te spuiten (Hijken)
- staolen: Vrogger har wij holten schepen en staolen kèrels; tegenwoordig is het wal ies aansum (Westerbork)
- steeds II: Tegenwoordig wordt een mens steeds mèer een nummer (Schoonebeek)
- stief: Ik bin tegenwoordig aordig stief op de keutel