U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vrogger"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 101 - 120 van 500
- ellendig: Ze hadden vrogger een ellendig bestaon (Hoogeveen)
- elzenholt: Vrogger hadden ze klompen van elzenholt (Geesbrug)
- Engels II: Vrogger waren der Engelse heerden
- erpel: In vrogger jaoren, as de èerpels der uut waren, krege wij euliekrappen (Koekange)
- erpelfooi: Wanneer vrogger de eerpels uut de grond waren, krege wij de eerpelfooi: euliekrappen (Havelte)
- eschenholt: Vrogger meuken ze van eschenholt schoffelstokken en ok wal zèendebommen (Oosterhesselen)
- eschenholt: Van eskenholt wörden vrogger de evenders emaakt (Havelte)
- euischaop: As de euischaopen vrogger laomer hadden, mussen ankomen jonges mit de scheuper mit het veld in um de (Havelte)
- falegrien: Vrogger wörden wiede vrouwencapen vake van falegrein emaakt (Broekhuizen)
- fien: As het vrogger regende, dan zeden de boeren tegen de arbeiders: 'Eerst fien en dan grof', dan kunden (Geesbrug)
- filmster: Wij spaarden vrogger plaaties van filmsterren (Klazienaveen)
- fladderak: Fladderak werd vrogger mit neijaor veul edrunken (Meppel)
- flapper(d): Vrogger kwaamp de slager met flappers en stappers in de benne bij de meinsen langes
- floepen I: Aj de carbidlanteern niet goed of esleuten harren vrogger, dan kun hij lillijk floepen aj hum op wol (Koekange)
- foeter: Ene die altied foetert, die kreeg vrogger al gauw de bijname 'de foeter' (Hollandscheveld)
- foezel: Foezel haalden ze vrogger uut Pruusen (Zuidwolde)
- fokker: De fokkers van De Wiek waren vrogger beroemd (Schoonebeek)
- front: Vrogger dreugen de mannen een lös zwart front, soms ook een wit; het was mit baanties vast eknupt o (Diever)
- gaanzeroer: Wij streupten vrogger ook nog wel ies. Dan hadden wij een gaanzeroer, een jachtgeweer mit iene loop (Havelte)
- gaar I: Vrogger had ie in elk dörp wal een halve gare of een dörpsgek (Nieuw Amsterdam)