U zocht voorbeeldzinnen met daarin "brood"
Resultaten 121 - 140 van 154
- schrieverij: IJ mön die schrieverije van de taofel doen, wij gaon brood èten (Meppel)
- schroeter(d): *Klagers gien nood, schroeters gien brood (Hoogeveen)
- schui: *Schui, mien peerdtie op een draf/Gaode wij naor Kaampen/Halen wij een schute vol witte brood/Een ee
- sliekerig: Het brood van de bakker is zo sliekerig van binnen, allemaol draoden (Coevorden)
- sliertien: Ze dee een sliertien hunnig over het brood (Roderwolde)
- sloek: Ik kwam toch zo an het hoesten, ik kreeg net een kurrelie brood tegen de sloek an (Drouwen)
- sloot: *Trek ie aover de sloot/Dan kost het oe een brood/Mar trek ie aover veer/Dan kost het oe veule meer
- smèren: Het brood dreuge opèten en de boter an het gat smeren (Meppel)
- smikkig: Ongaar brood is hier smikkig brood (Barger Oosterveld)
- smolt: Wie kregen wal is smolt mit kaonen in de panne. Door kunj lekker brood en stoete in stippen (Barger Compascuum)
- snippel: Een snippeldien brood
- spikkelkees: Spikkeltjeskeze is lekker op brood (Valthermond)
- stamppot: Bie het brood kregen wie een opgewaarmde kliekie stampot mous (Barger Compascuum)
- stippen: Die stukkies brood stipten ij in de pan (Sleen)
- stoettrom: Dou het brood man in de stoettrommel (Barger Oosterveld)
- sukerei: Vrogger kregen wij bij het brood bobbelnat. Dat is opgewaarmde koffie met wat sukkerei (Anderen)
- tarwe: Aj allennig van inlaandse tarwe mut bakken, kriej niet zok mooi brood (Broekhuizen)
- toeleggen: As wij vroeger visite hadden, mus mien moe aaltied brood oet de schaal pakken en het toeleggen (Weerdinge)
- toepakken: Pak maor toe, hèur, wij hebt brood zat (Dwingelo)
- transportfiets: De bakker bracht het brood rond op de transportfietse (Kerkenveld)