U zocht voorbeeldzinnen met daarin "even"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 121 - 140 van 500
- anschrobben: Wos doe de geut even anschrobben? (Gieten)
- anschroeven: Het fietsrad moet ik nog even anschroeven (Rolde)
- ansnoeren: Het aachterbin even ansnoeren (Roderwolde)
- anspitten: As de akker ploegd was, mussen de wendakkers en de hoeken nog even anspit worden (Sleen)
- ansteken: Kom, laot mij even de piep ansteken (Zeyen)
- anstikken: Aw de kalver dommit oetdoet, muw ze eerst even anstikken, aans bint ze nog zo wild (Sleen)
- anstippen: IJ moet het op de liest even anstippen
- anstippen: Ik zal dat op die vergadering wal even anstippen
- anstond: De ko wil kalven, kooj anstonds even (Wapse)
- anstoten: Oous auto döt het niet, kun wij hum met 'n kander niet even ansteuten? (Eext)
- anstrakken: waslien wordt slap, wost die even weer anstrakken? (Westdorp)
- anstrepen: Ik zal in dat bouk wal even anstrepen, woor wie bleven bunt (Barger Oosterveld)
- antien: Wij zult even antien (Hollandscheveld)
- antrekken: Even een andere jaze antrekken (Valthermond)
- antrekken: Even de piepe antrekken (Dwingelo)
- antrekken: Wij moet de zaak nog even antrekken veur de zöndag (Emmen)
- antugen: Ie mouten het peerd nog even aantugen (Valthermond)
- anvargen: Hie hef even te veul aanvaargd
- anvatten: Laow mar even mit alle man anvatten, dan houw het zo klaor (Ruinerwold)
- anvatten: Kun ie even helpen anvatten? (Pesse)