U zocht voorbeeldzinnen met daarin "langs"
Resultaten 121 - 140 van 251
- oetrekentien: Hie hef het aaid net op een oetrekentien um het gat er bij langs te drèeien
- oetritsen: Bij het graven van een sloot gaoj eerst langs een liene oetritsen (Padhuis)
- oflangen: Aj toch langs de baank kompt, wooj dit dan wal even oflangen? (Hijken)
- ofloop: Nao ofloop kow wal even bij je langs (Sleen)
- oftrekken: Oftrekken is met een rief an het vak of zaodbult langs gaon
- onnibus: Eerder gungen wij met onnibus naor Grunning. Zo'n onnibus kwam langs as er bezeukdaogen in het zieke (Drouwen)
- onweer: De plietsie giet er langs, der zal wel waorens onweer wezen (Klazienaveen)
- opgaonde: Een opgaonde an de wiek langs
- overhebben: IJ kunt der langs, mor het hef niks over
- pad: Neus nao, padtie langs, schaopekeutels zeuiken (Anloo)
- pak I: Vroeger kwamen ze met het pak bij de hoezen langs
- pepermuntblad: Pepermuntblad gruit wel langs de slootkaante (Dwingelo)
- pietereulieventer: Alle wonsdag kwamp de pietereulieventer langs (Sleen)
- pietsen: Hie pietst met de stok veur de bol langs, mor raakt hum niet (Sleen)
- plouwern: De schaopen bint mooi an het plouwern langs de kaant (Dwingelo)
- pokkel: Hie drèeit de pokkel der bij langs
- porrenknieper: Eerder kwam der veurjoors eine bie os langs um te kieken of de beisten ok porren haden; dat was de p (Barger Oosterveld)
- rabat: Het rebattien was het strookien veur de beddegerdienen langs (Stieltjeskanaal)
- rakelings: Hie gooide mij de stien rakelings an de kop langs (Sleen)
- ranger: De kiewiet is een ranger die langs een stuk gaos makkelk umhoog geeit (Eext)