U zocht voorbeeldzinnen met daarin "maken"
Resultaten 121 - 140 van 416
- höppien: As in mei de liesterkrallen bluit, gaow der hoepen of fluities van maken (Coevorden)
- humpel: Laot ze die humpels en strumpels toch vlak maken, dan kunt ze der tenminste wat op verbouwen
- iegen II: Det holt eigent ook neet um er meubels van te maken (Ruinen)
- ieken I: Bij het klompen maken gebruukte mien va nog een ieken doemstok (Ruinerwold)
- iemshuve: Aj van 't winter een neie iemshuve maakt, kuj misschien ok nog wal een neie zèeihuve maken (Oosterhesselen)
- iepenholt: Van iepenholt kuj starke klompen maken, mar ze waren zwoor (Barger Oosterveld)
- ingewikkeld: Mos het nicht ingewikkelder maken dan het al is (Nieuw Schoonebeek)
- inkeping: IJ moet der eerst een inkepingtien in maken in die schup (Sleen)
- inkopen II: Aj nou nog wat maken
- inslag: De rok is wat te lang, ie kunt de inslag wal wat groter maken (Hijken)
- instoppen: As kiend mus ik altied instoppen, as ze haksel mussen maken (Broekhuizen)
- kaardebol: De kardebol wordt veul gebroekt bij het maken van een dreugboeket (Oosterhesselen)
- kachelklaor: Het braandholt kachelklaor maken (Havelte)
- kalkspecie: Sloppe kalkspecie, die ze mit de kalkhaoke good taoi mussen maken (Fluitenberg)
- kanker: Hij zal het wal niet lang meer maken, hij hef kanker (Barger Oosterveld)
- kaold: Iene kold maken
- kaoldsmid: Aj der op timmert zunder het iezer warm te maken, bi'j een kaoldsmid (Buinen)
- karspelholt: Het karspelholt besleut een neie regeling te maken (Meppel)
- keep II: We moeten even een keep in dat kezien maken (Klazienaveen)
- keet: Een glaasie en nog een glassie, en het dreit altied op keet maken uut (Hoogeveen)