U zocht voorbeeldzinnen met daarin "overal"
Resultaten 121 - 140 van 188
- plodderboks: Een plodderboks gef nargens wat um en giet met zien goeie goed overal deur (Padhuis)
- plunnen: Barg je plunnen toch ies op, ie smiet het overal mor hen (Hooghalen)
- pluzen II: Kwaojonges kunt niet stil zitten; ze mugt geern overal an zitten te plukken en te pluzen (Buinen)
- raggeln I: Hij zit overal tussen te raggeln
- rakken: Ie kunt altied wel achter die jonge katten anlopen te rakken, ze schijt overal (Ruinerwold)
- rangelroet: Dat akelige rangelroet gruit overal um toe (Stieltjeskanaal)
- raomen I: Hij wet overal wat lös te raomen
- rauzer(d): Een rauzerd geeit even gauw overal bijlangs, even gauw wat terecht steuten (Gasselte)
- rauzer(d): Een rauzerd is ien, die wild is en overal deurvlög (Emmen)
- reisbaor: Dat is reisbaor volk, die trekt overal hen (Balloo)
- richt I: Ik scheer van de week mor een beetien in de richt, ik kom overal niet an toe
- riempien: Eerder wuur overal een riempien op maakt, as er wat gebeurd was (Sleen)
- ruziemaker: Die man maakt overal drokte um, het is een echte roeziezuker (Oosterhesselen)
- sabeln: As eine het der ofsabelde, dan weur der nich mooi glad maaid, man bleven der overal toppen staon (Barger Compascuum)
- scharrelder: Het is een scharrelaar, hij döt overal wat in, dan in knienen en dan in old iezer (Dwingelo)
- schel III: Jaantien hef zo'n schelle stemme, ie heurt heur overal boven uut (Havelte)
- schienwarper: In de oorlog stunden overal schienwarpers (Zuidlaren)
- schiet: Iene, die altied zeg: daor he'k schiet an, kreg vake as antwoord: Je kunt niet overal schiet an hebb (Coevorden)
- schoemer(d): Die schoemerd tikt overal wat op de kop (Vries)
- schoemer(d): Iene, die overal rondneust, is een schumerd of een strunerd (Wapserveen)