U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vrouwlu"
Resultaten 121 - 140 van 190
- poepzat: Dat kekeln van die vrouwlu bin ik poepzat
- poltern: *Eerappels en jonge vrouwlu meut polterd worden is een aold gezegde
- potkachel: *Vrouwlu bennen net potkachels; of ze roken of ze gaon uut (Klazienaveen)
- reveln: En de vrouwlu maor reveln en giebeln; der bint bij de ofwas hiel wat koppies ebrèuken (Hoogeveen)
- rijdraod: As de vrouwlu an het rijen bint, haalt zij een riegdraod deur de stof (Hoogeveen)
- roeg: Vrogger hadden de vrouwlu in het roeg wark een zakken schoet veur
- rokschoet: De vrouwlu hadden eerder een rokschoede an mit smerig wark (Klazienaveen)
- rouwhoedtien: Met de begrafenis hadden de vrouwlu eerder een rouwhoedtien op (Sleen)
- rozebloemen: Een hiel rest vrouwlu waren an het rozeblommen op de dèle, de jongens kwamen vanzöls wel (Koekange)
- ruukduusien: Vrouwlu hadden snoefduusies. Daor zat wat lodderein in en een sponsie. Dat was tot ongeveer 1900 (Sleen)
- schaopengries: Vrouwlu braaiden vaak een borstrok van schaopegries, dat was zulsgesponnen goren (Barger Oosterveld)
- scheepsploug: Veur het laden waren er 7 vrouwlu en een schutekruulder en een paar bijkruulders, ong. 35 Ã 40 ton (Geesbrug)
- schenken: Op de bruloft mussen de vrouwlu koffie schenken (Barger Oosterveld)
- schierschoonster: Der waren paartie vrouwlu, die schierschoonster waren en die veul vruugd weurden (Oosterhesselen)
- schoehaakien: Knoopiesschoenen haj veur vrouwlu en kiender. Ie muzzen ze mit een schoehaokie dichte maken (Hoogeveen)
- schoot I: Vrogger hadden de vrouwlu lange schoten an het jak (Ruinen)
- schrobben I: Vroeger mussen de vrouwlu de geut en de straoties schrobben (Rolde)
- schudder: Vrogger stunden de vrouwlu veur de schudder te stro bienden (Ruinerwold)
- schuunsmarcheerder: Die hef het achter de elboog. Het is een echte schuinsmarcheerder en de vrouwlu mugt heur der wal ve (Emmen)
- sjansen: Sommige mannen hebt er goed slag van um mit andere vrouwlu te sjansen (Buinen)