U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zitten"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 121 - 140 van 500
- haak: Der zitten zulvern haken, ...krappen an die biebel (Sleen)
- haak: De vis har het haakien nog in de bek zitten
- halsbaand: Ie mut de halsbaand goed vaste maken, aans blif het heufdstel niet zitten (Broekhuizen)
- handpaol: Ik zee, dat hie gerust zitten blieven kun tot hen bij de handpaol
- hanebalk: Wij hebt de spinkoppen boven in de hanebalken zitten (Sleen)
- hanepoot: Ik heb allemaol hanepoten in dei walle zitten (Barger Oosterveld)
- hang: Die peerden kunnen dat niet doen as ze in de hang zitten (Klazienaveen)
- haom I: Het vool bleef in het aom zitten en was dood (Norg)
- haornet: Een haornettien was er veur, dat het haaor mooi zitten bleef (Sleen)
- hardigheid: Ik heb wat hardigheid under in het koppien zitten, der zal toch gien schölfertien ofgaon wezen (Sleen)
- harken: Zij zitten der warmpies bij, zij hebben heel wat geld bij mekare kunnen harken (Meppel)
- harsens: Die stommeling hef zaagsel in de kop zitten in plaatse van harsens (Coevorden)
- harsens: Hie hef de harsens in de kont zitten (Eext)
- harsens: ...veur de kont zitten
- haspeln: Ze zitten aal tegen 'nkanner an te haspeln (Roderwolde)
- hèer: Doe most nich altied zo over dei jong heer zitten (Roswinkel)
- hèerd: zitten gaon
- heerdbank(ien): As ik kaolde voeten hadde, gung ik op het hèerdbankien zitten (Weerdinge)
- hèerschup: Dat is mij ok een mooi heerschup, hie lat je mooi met de rutzooi zitten (Eext)
- heis I: Woj even op het heisien zitten? (Sleen)