U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zult"
Resultaten 121 - 140 van 202
- overpoten: Die bonen bint niet opkommen, wij zult ze wal mötten overpotten (Padhuis)
- overtrekken: Dat vouer helt een beetie over naor het knaol, wij zult hum even overtrekken (Eexterveen)
- pakken: Wij zult hum ies èven te pakken nemen
- pèerdekeutel: De hagedoorn hef geweldig ebluid, der zult wel veule peerdekeutels ankomen (Broekhuizen)
- pompwater: Wij zult oe vet messen
- prevelement: Wij bint er weer veul te late weer; wij zult wel weer een prevelement kriegen (Ruinerwold)
- priesmerrie: Het zult wel gien priesmerries wezen, die zuks doet
- puntsgewieze: Wij zult dat puntsgewieze bespreken (Rolde)
- rakeln: Zie hebt drokte had, maor wij zult er niet tussen zitten te rakeln (Borger)
- raodeloos: Dat gemier, je zult er raodeloos van worden (Erica)
- reep I: Wij zult de kinder maor een reep sukkelao metnimmen (Drouwen)
- reitdekker: De rietdekker hef het zo drok, daw nog wel een paar weken zult mutten wachten (Hoogeveen)
- ribbe: Wie zult hum is flink wat op de ribben geven
- sanderdaags: Ie zult er sanderdaags wel van heuren (Nijeveen)
- scheppen II: Wat stiet de boel hier vol, wij zult hier ies wat ruumte schöppen (Hollandscheveld)
- schettern: De koekoek döt niks as schettern, wij zult wal regen kriegen (Emmen)
- schieren: Wij zult hum ies good schieren, hoe het mit zien eerlijkheid steet (Diever)
- schippern: Wij zult dat samen wel schippern (Nijeveen)
- schoffeltuug: De eerappels moet aneerd worden. Wij zult de aneerders even an het schoffeltuug zetten (Drouwen)
- schrienvat: Vroeger as een kind jaorig weur: Ie zult wal niks kriegen, mien jong, as een schrienvat en een achte (Hijken)