U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kop"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 141 - 160 van 500
- goddern: Het zweit guddert hum van het kop of
- goezen: Ik wit niet wat ik hebbe, het goest mij de hele dag deur de kop
- goezen: Iene um de kop goezen
- gofferd: Die hef een dikke gofferd veur de kop (Drouwen)
- gokkel: Hie hef een beste gokkel veur de kop, hie hef niet aachteranstaon bij het neuzen oetdeeilen (Eext)
- gompel: Hij hef toch een gompel veur de kop, dat het niet mooi meer
- grelkieker(d): Wat is dat een grelkieker, hij het de ogen boven in de kop (Een)
- grelkieker(d): de ogen tintelt hum ien de kop (Wapserveen)
- griezeln: Ik stötte met de kop tegen de deurpost, het griezelde mij veur de ogen (Padhuis)
- grol: Dende hef mangs raore grollen in de kop (Oosterhesselen)
- gruppengres: Op de kop van de bult wuurd wat gruppengrös legd (Padhuis)
- gruun II: Do wur mij de kop gruin
- gulhals: Klaos is een gulhals, die vret je de oren van de kop (Beilen)
- gulp: Wie kregen ain haile gulpe waoter over de kop hen (Valthermond)
- gutsen I: 't Zwiet gutst mij van de kop of (Sleen)
- haand: Hij holdt hum de haand boven de kop
- haarspit: Hie har de zèende zo scharp, hie hef de kop van het haarspit ofmèeid (Sleen)
- hals: Hai stek der mit kop en haals boven uut
- hals: Ik bin haals over kop vortkommen (Eexterveen)
- hals: As ik 's mörgens kop over hals oet bedde stap, heb ik drekt last van misselijkheid (Exlo)