U zocht voorbeeldzinnen met daarin "land"
Resultaten 141 - 160 van 188
- tip I: Dat land, zoas dat daor lig met die raore tippen en scheidings (Vries)
- toewiezen: Ze hebt mij met de ruilverkaveling dat land toewezen (Zwinderen)
- toffen: Toffen wordt broekt op nat land, vennegrond of darg (Schoonebeek)
- togebos: even van het land
- törflaan: Ze bunt hen törfladen achter in het land, ze kunt er zo weer weden (Barger Oosterveld)
- touw: Het touw lig op het land
- traap: Aj in nat land warkt, komt er vaak diepe trapen in (Oosterhesselen)
- trip I: Holten trippen, die ze hier vrogger het peerd andeden as ze op nat land an het bouwen gungen (Padhuis)
- tuit: Wie hadden altied een tuite vol drinken bie os op het land (Barger Oosterveld)
- tuschenmenner: Het wark op het land was hum te zwaor en zodoende mus hie mor een toertien tuschenmenner wezen (Sleen)
- vanghoek: In sommige stukken land hej een vanghoek om biest op te vangen (Zwinderen)
- vastgoed: Vastgoed, dat is land of huzen (Smilde)
- veermeters: Wij hebt een veermeterse lat um het land op te meten (Sleen)
- verbaldern: Zie hebt dat land hielmaol verbalderd (Sleen)
- verdielen: De helfte van het land weurd verdeild, man dat verdeilen is nich eerlijk tougaon (Barger Compascuum)
- verhakseln: Tegenwoordig wordt het stro op het land verhakseld, umdat het zowat niks kost (Zwinderen)
- vermeiern: Dat land is al zo lang vermeierd, het hef zien wèerde verspeuld (Emmen)
- verspreiden: De mest wordt op het land verspreid (Zwinderen)
- verval: Der is nogal een groot verval in dat land (Nieuw Schoonebeek)
- verweren I: Het land hef mooi tied um te verweren (Barger Oosterveld)